Gedragsproblemen bij jonge kinderen

Wat is het ?

Elk klein kind komt zo rond zijn anderhalf à tweede levensjaar in een fase terecht waarbij hij zijn eigen identiteit, zijn ‘ik’ moet gaan ontwikkelen. Dit doet hij onder andere door grenzen te gaan verkennen. Veel mensen noemen dat ‘de peuterpuberteit’ of de ‘ik-ben-twee-dus-ik-zeg-nee’ fase. In deze fase verkennen de peuters dus hun grenzen, krijgen ze een eigen willetje, proberen ze zich een los te maken en te ontdekken wat er gebeurt als ze ‘nee’ zeggen. Dit doen ze vooral tegen mensen met wie ze verbonden zijn: hun ouders. Voor ouders die kinderen hebben in deze leeftijd is het heel normaal dat gedurende de dag de peutertjes een aantal keer boos worden, niet willen wat jij wil, alles zelf willen doen en ongehoorzaam zijn.

Doordat het vaak in onze, volwassen ogen, lijkt te gaan over ‘niets’ en daarbij kan uitmonden in grote driftbuien is dit gedrag moeilijk te hanteren. Dit moeilijke gedrag hoort dus bij de levensfase en gaat normaal gesproken vanzelf weer voorbij naarmate ze beter leren praten en zichzelf beter kunnen uiten. Soms echter, is het gedrag van de peuter zo extreem dat er gedurende de dag nauwelijks meer gezellige momenten zijn en ouders nog alleen maar ruzie hebben met hun peutertje en het peutertje geen ‘leuk en lief’ gedrag meer kan laten zien.

Wat weten we erover?

Er zijn kinderen met een moeilijker temperament die snel uit hun doen raken en boos worden. Als ouder van zo’n kind voel je je vaak boos en tekort schieten. In de relatie/opvoeding van je kind zijn jullie dus snel en veel boos op elkaar. Dit patroon van ruzie en negativiteit zorgt ervoor dat het peutertje geen positief zelfbeeld heeft en zich daardoor steeds negatiever gaat gedragen. met een steeds negatiever wordende relatie met zijn ouders als gevolg.

Jonge kinderen waar het ‘normale’ ontwikkelingsgedrag uitmondt in steeds extremer wordend negatief gedrag noemen we kinderen met een regulatie stoornis ofwel gedragsstoornis. Dit houdt in dat deze kinderen op zeer jonge leeftijd (rondom twee jaar) meer dan normale kinderen van hun leeftijd:

  • snel driftig zijn wat uitmondt in driftbuien;
  • zich verzetten tegen de regels;
  • niet leren niet van straf, lijkt zelfs averechts te werken;
  • steeds ruzie maken met hun ouders (lijkt alsof ze expres en steeds uit zijn op ruzie);
  • zich ergeren aan anderen (ouders, broertjes/zusjes en kinderen op bijvoorbeeld het kinderdagverblijf);
  • prikkelbaar zijn en zich altijd tekort gedaan voelen;
  • vaak boos zijn en snel agressief worden;
  • geen tevreden en gelukkige indruk maken;
  • slecht reageren op complimenten en gezelligheid.

Het is moeilijk te zeggen wat de oorzaak is van opstandige gedragsstoornis. Men gaat ervan uit dat sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen afhangt van drie factoren:

  • de unieke (biologische) eigenschappen van je kind (temperament);
  • de manier waarop je kind reageert op jou als ouder en jij als ouder op je kind;
  • de manier waarop je als ouder de relatie met je kind kunt vormgeven en daarmee de ontwikkeling van je kind positief kan beïnvloeden.

Hoe belangrijk is het?

Het is van groot belang dat de negatieve relatie tussen ouders en hun jonge kind zo snel mogelijk hersteld wordt. Zowel de ouders als het kind kunnen dan een positief beeld van zichzelf en elkaar krijgen, met plezier en vertrouwen in elkaar.

Wat past bij jou en je kindje en wat kan er aan gedaan worden?

Een ouder-kind behandeling, waar enerzijds gewerkt wordt aan het herstel van de negatief geworden band met je peutertje. Een positieve band met je kind zorgt ervoor dat je kind een positief zelfbeeld gaat ontwikkelen en van daar uit zich de moeite waard voelt en zelfvertrouwen heeft. Dit gevoel van de moeite waard zijn is heel belangrijk om goede en leuke relaties met andere kinderen en later met een partner te kunnen hebben. Anderzijds wordt in de behandeling gewerkt aan het consequent en rustig stellen van regels en grenzen en zorgen dat het kind zich daaraan houdt. Wanneer een kind voelt dat zijn ouders de baas zijn zonder dat ze te boos of soms zelfs vanuit radeloosheid verbaal of fysiek agressief worden, zorgt dat bij kinderen voor een veilig gevoel en vertrouwen. Deze therapie is intensief maar kan zeer goede resultaten opleveren op de korte maar ook op de lange termijn.

Wat kan er misgaan?

Uit onderzoek is gebleken dat wanneer jonge kinderen ernstige gedragsproblemen vertonen, deze kinderen op oudere leeftijd nog steeds grote gedragsproblemen hebben en ze op allerlei gebied achterstand hebben in hun ontwikkeling. Dit kan uitmonden in delinquent gedrag, leerproblemen, stemmingsproblemen, hyperactiviteit en verslaving.

Meer weten:

Websites

Boeken

  • Rexwinkel e.a., Handboek Infant Mental Health. (2011)